Bestuiving van aardbeien

Bijen zijn onmisbaar bij de bestuiving van aardbeien. Voor een goede bestuiving bij aardbeien in de volle grond dienen er minimaal twee volken per hectare te worden geplaatst.
Bij aardbeien in de kas moet er minimaal 1 volk per 10 are worden geplaatst.


Bijen en hommels

Bij een gebrekkige bestuiving krijg je slecht ontwikkelde of misvormde vruchten en hierdoor een lagere productie. De aardbei is voor zijn bestuiving volledig afhankelijk van insecten. De honingbij welke bloem- en plaatsvast is leent zich hier uitstekend voor. Eventueel kun je bij vroege rassen aanvullend ook hommels inzetten, het voordeel van de hommels is dat ze bij lagere temperaturen uitvliegen dan de bijen. Nadelen van hommels zijn dat ze niet bloemvast zijn, ze kunnen nadat ze op een aardbei bloem hebben gevlogen op een hele andere bloem vliegen en zodoende wordt er dan niet bestoven, Ook zijn de aantallen van een hommelvolk erg klein ten opzichte van een bijenvolk.


De aardbeibloem

De bloem van de aardbei is opgebouwd uit een kelk met een bloemkroon. Op de bloembodem, het hart van de bloem staan een groot aantal stampers. Het aantal stampers verschilt naar gelang het ras aardbei. Bij het ras Elsanta staan er ongeveer 180 stampers in 1 bloem. Al deze stampers moeten worden bestoven door het stuifmeel om zodoende voor bevruchting te zorgen. Aan de rand van de bloembodem staan de meeldraden met aan de uiteinden de helmknoppen die het stuifmeel produceren.


Stampers en helmknoppen zijn bij de aardbei in dezelfde bloem aanwezig, maar ze zijn niet tegelijkertijd rijp, dit noemt men protogynie. Op deze manier zorgt de aardbeiplant er voor dat de stampers moeten worden bestoven door een andere bloem. De aardbei is wel een zelfbestuiver, stuifmeel van een ras kan de stampers van een bloem van hetzelfde ras bestuiven. Alleen om een bloem te bestuiven, moet het stuifmeel dus afkomstig zijn van een bloem die eerder rijp is, hierdoor zijn de eerste vruchten vaak misvormd. Dit is te voorkomen door een aantal eerder bloeiende aardbeienplanten tussen het te bestuiven gewas neer te zetten op het moment dat de bijen worden geplaatst.

De stampers in de bloem zijn niet gelijktijdig rijp, de buitenste stampers zijn het eerst rijp en de binnenste het laatst. De bloem moet dus meerdere malen worden bestoven om gave vruchten te ontwikkelen. De honingbij is hier uitermate geschikt voor omdat deze bloemvast is.

Wanneer een aardbeienbloem goed is bestoven vallen de witte kroonblaadjes af, bijen zullen deze bloemen dan ook niet meer bezoeken en verspillen zo niet onnodig energie.

Een slechte bestuiving herkent men ook aan het lang blijven zitten van de witte kroonblaadjes.




Plaatsing van bijenvolken

De bijenvolken kunnen met name bij de vroege teelten het beste verspreid worden opgesteld tussen de rijen. Bij lage temperaturen wordt de actieradius van het bijenvolk steeds kleiner, de bijen zoeken het stuifmeel dicht bij huis.

Bij de teelt onder glas worden de volken boven de rijen geplaatst.